Dacht ik vorig jaar nog dat de wat tegenvallende schrijfstijl van Hemingway aan een oude vertaling lag, nadat ik Amerikaan in Parijs de afgelopen dagen las, denk ik dat het gewoon zijn stijl is. Echt overdonderd ben ik er niet van. Dit boek vond ik voornamelijk leuk omdat ik zelf in Parijs was en ook door de straten gezworven heb waar Hemingway rondzwierf.
In dit boek vertelt Hemingway het verhaal van zijn leven in de jaren 20 in Parijs, toen hij zelf een twintiger was en nog geen bekend schrijver. En toen was hij vooral arm en werd er veel geroddeld met en over andere schrijvers. Het leukste verhaal in dit boek is het verhaal over de tocht die Hemingway met Scott Fitzgerald beleefd met het ophalen van diens auto in Lyon. Elkaar missen op het station, dronken onderweg, Fitzgerald die nogal een hypochonder blijkt te zijn.
Verder is het vooral een rustig kabbelend boek, dat snel leest. Hemingway is alleen mijn schrijver niet.
De website LibraryThing heeft een Early Reviewers programma, waarmee het mogelijk is om boeken te recenseren voordat ze op de markt komen. Een leuk initiatief. Helaas zijn er op dit moment nog geen boeken voor de Nederlandse markt beschikbaar. Op In the land of invisible women van Quanta A. Ahmed na. Nadeel van dit boek is dat het een e-book is.
Het verhaal is autobiografisch. Quanta vertelt over de twee jaar die ze als dokter doorbrengt in Saoedi-Arabië. Zelf van islamitische afkomst, en opgegroeit in Engeland en Amerika, voelt ze zich een vreemde tussen haar geloofsgenoten. Geen wonder, vrouwen hebben een bijzondere positie in dit land. Ze mogen zich alleen gesluierd en in gezelschap in de publieke ruimte begeven. En hoewel ze gewaardeerd wordt door haar, voornamelijk mannelijke, collega's, ze blijft een buitenstaander.
Het boek is niet geweldig geschreven en het feit dat het een e-book was is voor mij zeker een nadeel, het verhaal is wel interessant. Het geeft inzicht in de dubbele Saoedi-Arabische cultuur.
Na het lezen van Joe Speedboot was ik verkocht voor Tommy Wieringa. En al tijden was ik van plan om Alles over Tristan te kopen. Bij de ECI had ik het in de folder zien staan, maar steeds als ik daar was, dacht ik er niet aan, het boek was niet opvallend. Tot het met vorige week toch opviel.
Dit boek is eerder geschreven dan Joe Speedboot. De verhalen zijn niet te vergelijken, maar de sfeer wel. In beide verhalen is iets onheilspellends aanwezig.
Jakob Keller, universitair docent, is op zoek naar alles over de dichter Viktor Tristan. Met als uiteindelijk doel het schrijven van een biografie. Over Tristan is alleen niet veel bekend en wat men weet is mysterieus. Keller reist af naar de voormalige woonplaats van Tristan, op zoek naar familie en vrienden. Hij komt veel te weten, meer dan hij wil en meer dan hij wil publiceren...
Opnieuw een indrukwekkend boek, met onopgeloste eindje tot in het laatste hoofdstuk.
Soms snap ik niet waarom ik er altijd zoveel moeite mee heb om te beginnen in één van de boeken uit de Volkskrantseries van de afgelopen jaren. Op de een of andere manier denk ik altijd dat het zware kost is, elke keer weer blijkt dat het gewoon een goed boek is. Zo ook De vreugde- en gelukclub van Amy Tan.
Dit boek gaat over vier Chinees-Amerikaanse moeders en dochters. De moeders zijn jaren geleden uit China gevlucht naar het westen, de dochters zijn geboren en getogen in Amerika. De moeders zien elkaar tijdens de mahjongbijeenkomsten van de vreugde- en gelukclub.
Het boek vertelt zowel het verhaal van de moeders als van de dochters. Hoe is het om uit China te vertrekken, hoe voelt het om als immigrantendochter op te groeien in Amerika. Alle vier de moeders en dochters hebben hun eigen verhaal, toch lijken de verhalen op elkaar.
Een gedichtenlezer ben ik niet echt. Voor Nederlands maakte ik ooit een werkstuk over de schrijver Rutger Kopland (Rutger van den Hoofdakker). Toen gekozen vanwege zijn gedicht 'De landmeter' (tsja, beroepsdeformatie, toen nog studiekeuze deformatie). Vaak werkt dat juist tegen, maar hij sprak me aan. Vandaar dat ik een paar jaar geleden zijn verzamelbundel Geluk is gevaarlijk kocht. Het boek werd naast m'n bed gelegd met het idee 's avonds een gedicht te lezen. Dat hield ik een paar dagen vol...
Het boek bleef liggen en toen ik verhuisde, verhuisde het mee op het nachtkastje. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik toch het hele boek gelezen. Bij vlagen af en toe 's avonds een gedicht.
Nog steeds vind ik 'De landmeter' een mooi gedicht en natuurlijk 'Jonge sla', maar het gedicht wat na het werkstuk de meeste indruk maakte en nog steeds doet is 'Afscheid van een land':
Nooit zag ik de bergen zo vastbesloten tegen de hemel of nooit, nooit, dat denk je dan als iets heel hevig en onherhaalbaar voorbij is, nooit kortom hing de hemel zo duidelijk zo stralend zo treurig gerafeld tussen de bergen
en hier beneden gebeuren ogenschijnlijk geringe dingen, de rivier die altijd roerloos aan je voeten lag glijdt stil de hoek om, van de geiten die zoëven om je heen liepen is niet meer gebleven dan wat beweging in het riet en misschien is dat ook al de wind, de laatste hete bulte hooi zijn op wagens geladen en worden weggevoerd naar het gehucht en je ziet nog hoe het zich opent voor de paarden en sluit achter de rug van een boerenkind
niet dat je dan wordt verstoten niet dat je dan wordt verdreven je loopt over de brug en stapt extra voorzichtig over een slapende hond in de zon.
Wat precies de kracht is, kan ik niet zeggen. Waarschijnlijk een combinatie van het voorstelbare wat wordt vertelt en de stijl. Zinnen die doorlopen op een volgende regel, dat mag ik wel in gedichten.