
Het boek bleef liggen en toen ik verhuisde, verhuisde het mee op het nachtkastje. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik toch het hele boek gelezen. Bij vlagen af en toe 's avonds een gedicht.
Nog steeds vind ik 'De landmeter' een mooi gedicht en natuurlijk 'Jonge sla', maar het gedicht wat na het werkstuk de meeste indruk maakte en nog steeds doet is 'Afscheid van een land':
Nooit zag ik de bergen zo
vastbesloten tegen de hemel
of nooit, nooit, dat denk je dan
als iets heel hevig en onherhaalbaar
voorbij is, nooit kortom
hing de hemel zo duidelijk zo
stralend zo treurig gerafeld
tussen de bergen
en hier beneden gebeuren ogenschijnlijk
geringe dingen, de rivier
die altijd roerloos aan je voeten lag
glijdt stil de hoek om, van de geiten
die zoëven om je heen liepen is niet meer
gebleven dan wat beweging in het riet
en misschien is dat ook al de wind,
de laatste hete bulte hooi zijn op wagens
geladen en worden weggevoerd
naar het gehucht en je ziet nog hoe
het zich opent voor de paarden en sluit
achter de rug van een boerenkind
niet dat je dan wordt verstoten
niet dat je dan wordt verdreven
je loopt over de brug
en stapt extra voorzichtig
over een slapende hond in de zon.
Wat precies de kracht is, kan ik niet zeggen. Waarschijnlijk een combinatie van het voorstelbare wat wordt vertelt en de stijl. Zinnen die doorlopen op een volgende regel, dat mag ik wel in gedichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten