20 mei 2021

2021: Wat ik tot nu toe las

Na de onrust van vorig jaar, heb ik dit jaar beduidend meer interesse en rust voor lezen. En ik merk ook dat ik vaker boeken van dezelfde auteur of met dezelfde thematiek achter elkaar lees. Meestal zorgde ik ervoor dat juist niet te doen. Maar deze nieuwe strategie bevalt me eigenlijk wel.

  1. Dirk Ridder - Het allerkleinste
  2. Gerda Blees - Wij zijn licht
  3. Hendrik Groen - Een kleine verrassing
  4. Jean Teulé - The suicide shop
  5. Lisette Jonkman  - Onbegrensde liefde
  6. Romain Puértolas - Het kleine meisje dat een wolk had ingeslikt
  7. Laura van der Haar - Een week of vier
  8. Taylor Jenkins Reid - De zeven echtgenoten van Evelyn Hugo
  9. Muhammed al Murr - Dubai Tales
  10. Simone van der Vlugt - Vraag niet waarom
  11. Lisette Jonkman - Onbreekbaar
  12. Marcus Aurelius - Meditations
  13. Madeline Miller - Een lied voor Achilles
  14. Cindy Hoetmer - Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar
  15. Michiel Stroink - Wandelen in een Escher
  16. Colm Toíbín - Het huis van de namen

15 mei 2021

De oude Grieken

Opeens lees ik zomaar twee boeken over de oude Grieken. Of in ieder geval, twee boeken die gebasseerd zijn op de oude Grieken en een deel van het mogelijke verhaal vertellen. Ik heb vrij weinig met de verhalen van toen, maar leende een paar maanden geleden Een lied voor Achilles van Madeline Miller bij de bieb. Ik was ergens een aanbieding van Circe tegengekomen en wilde dan toch eerst, na 10 jaar, dit boek maar eens lezen.

Een beetje onverwacht, maar na een paar hoofdstukken werd ik gegrepen door de ontluikende liefde tussen Achilles en Patroclus. De eerste zoon van een godin, de tweede een verschoppeling. Ik werd helemaal meegenomen in de wereld van de gevechten rond Troje en de invloed van de Goden en hun voorspellingen op het leven van de mensen.


Kort daarna liet ik de bibliotheek een boek voor mij kiezen. Dat was Het huis van de namen van Colm Toíbín. Eerlijk, een boek dat ik zelf nooit uit de kast getrokken zou hebben. Maar een van de redenen om een ander een boek voor je te laten kiezen, is natuurlijk om iets onverwachts tegen te komen. En deze keuze was waarschijnlijk gebaseerd op wat ik recent geleend had.

Dit boek was wel minder meeslepend. De Grieken zijn in oorlog. Koning Agamemnon wordt door zijn vrouw vermoord. Hoewel hij geen lieverdje was en zijn dochter liet offeren (alles voor de goden), is zijn vrouw in-slecht. Ze laat zelfs haar eigen zoon, Orestres, ontvoeren. Het hele verhaal is koud, er wordt veel (zinloos) gemoord in een land dat in oorlog is en de hele familie, ook dochter Elektra, is moordlustig. Alleen Orestres lijkt een goeie (maar wordt tot het slechte gedwongen_. 

In beide verhalen komt de offering van Iphiginea aan de goden voor. En dat maakt het interessant deze beide boeken na elkaar gelezen te hebben. Het eerste boek beschrijft de strijd van Agamemnon, het tweede verhaalt over de periode na de oorlog. En wordt beschreven vanuit een volledig ander perspectief. En wat verder opvalt, beide boeken verhalen over een ontluikende liefde tussen twee jongemannen: Achilles en Patrones, Orestres en Leander. En in beide gevallen is er nogal een machtsverschil tussen de beide mannen.

Het blijft een verhalend genre wat me niet het meeste aantrekt, maar ik moet zeggen, ik heb deze boeken met interesse gelezen.