
Als tiener was ik helemaal niet geïnteresseerd in geschiedenis. Bij Nederlands liet ik boeken van Haasse dan ook links liggen. In de loop van de tijd is dat wel wat veranderd en ik las dit boek met plezier en interesse. Over Indonesië en Nederlands-Indië weet ik erg weinig en met dit boek heb ik weer wat geleerd over de koloniale periode.
We volgen Rudolph van Kerkhoven naar Nederlands-Indië, waar hij graag aan de slag wil in de plantages. Zijn ouders zijn er al, maar hij maakt eerst zijn studie in Delft af. Hij voelt zich alleen wel wat achtergesteld. Aangezien veel van het verhaal in zijn perspectief verteld wordt, weet ik niet zeker of dat terecht is of dat hij wellicht iets te veel van zichzelf verwacht. Toch geef ik hem het voordeel van de twijfel.
Het leven in Nederlands-Indië is niet makkelijk. Thee-oogsten brengen wisselende opbrengsten en er zijn veel familieverwikkelingen die het niet makkelijker maken. En niet iedereen is daar tegen bestand.
Ik denk dat het verhaal representatief is voor de tijd rond 1900. Door naar een familie te kijken, is het eenvoudig om me in te leven. In de toekomst wil ik zeker meer van Haasse lezen.
Dit boek las ik in het kader van Dutch Lit Month, gehost door Iris on books.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten