04 september 2007

Onder professoren

W.F. Hermans is een schrijver die ik al lange tijd kan waarderen: mooi taalgebruik, boeken die een mysterie bij je achterlaten, andere onderwerpen dan het 'gemiddelde boek'. Toch laat Onder professoren een dubbel gevoel bij me achter. Het is goed geschreven en ik kan me bij het boek wat voorstellen. Maar ook komt Groningen er wel erg slecht vanaf, en als echte Groninger ben ik het toch niet met alles eens...

Professor Dingelam wint de Nobelprijs voor de Scheikunde voor de 3e witmaker (met interssante bijwerkingen). In zijn omgeving is de waardering alleen wat merkwaardig: zijn vrouw Gré vraagt alleen naar de hoeveelheid geld, zijn baas doet net alsof het door hem komt wat in de laatste plaats het geval is en de president-curator doet alle mogelijke moeite om toch nog iets over deze hoogleraar te weten te komen die al 20 jaar op de universiteit werkt maar die hij niet kent. Ondertussen plannen de studenten een bezetting van het scheikundelab, wat overigens niets met Dinglam te maken heeft maar met een flauw stukje in de krant van diens baas Tamstra. En natuurlijk willen de studenten meer geld en minder te doen...

Die laatste zin klinkt misschien wat vreemd uit mijn mond, aangezien ik zelf een jaar geleden ook tot de groep studenten behoorde, maar dit gedrag was mij toch vreemd, daar heb ik me altijd aan geergerd. Niet dat het in het echte leven zo overtrokken is als in dit boek. Aangezien ik ondertussen een jaartje op een universiteit, overigens niet de Groningse, werk, ken ik het wereldje een beetje. Dat er discussie bestaat tussen hoogleraren, ook over posities, dat zal ik niet ontkennen, maar waar ik werk is het niet zo erg als in dit boek. En het gedrag van de Groningers, ook niet helemaal waar, hoewel ze misschien wel wat stug kunnen zijn.

Toch een goed boek, met een kern van waarheid en de stijl die ik van Hermans ken en die er voor zorgt dat ik weer meer van hem wil lezen.

Geen opmerkingen: